Literatuur
- Santen, Bettina van, "De familie Staffhorst, van vele markten thuis". In: Oud-Utrecht (tijdschrift voor geschiedenis van stad en provincie Utrecht) [ISSN 1380.7137], [jrg 85], [12-] 2012, blz. 172-177
(Matthias Staffhorst kwam in 1750 uit Dissen (D) naar Amsterdam. Zijn kleinzoon Adrianus Johan Gotlieb Staffhorst verhuisde
naar Utrecht, waar hij op den duur een aantal café's bezat. Zijn zoon Johan Franciscus Coenraad opende in 1861 een slijterij
in Oudegracht 47 [ten onrechte hier als Oudegracht 140 aangeduid, dat is het Weerdzijde-nummer - jp1212]. Deze werd ook na zijn
dood voortgezet werd, onder meer als wijnhandel. In 1901 trouwde Marietje Staffhorst met Henri Huinck en ze begonnen een slijterij,
'Gebr. Staffhorst' in Wittevrouwenstraat 32. In 1918 werd Wittevrouwenstraat 34 erbij gekocht. In 1923 nam de familie het
bedrijf 'Finjé Stadskelders' over, met werfkelders aan de Oudegracht. In de jaren 60 had Staffhorst ruim 20 slijterijen in Utrecht
en in 9 andere steden. In 1974 werd het hele bedrijf Wed. en Gebr. Staffhorst met Finjé en alle slijterijen verkocht aan
distillateur Henkes.
Naast deze branche kwam vanaf 1937 een tak 'van
de muziek' in de famlie: Harry Staffhorst vestigde een muziekwinkel in Drieharingstraat 5, later uitgebreid met
Drieharingstraat 7 en Drieharingstraat 9 (1963: de 'speciaalzaak' met naast grammofoonplaten ook
apparatuur) en een deel van Vredenburg 3. Daarna volgden nieuwe vestigingen, binnen en buiten Utrecht. In de
Rozenstraat werden muziekinstrumenten verkocht, later met het magazijn in 'de Korenschoof' (Kaatstraat) en
dankzij compensatie voor de sloop van deze laatste, verplaatst naar de parkeergarage Paardenveld. In 1989
kocht Staffhorst 'Pand Vinke' (Vredenburg 40). Momenteel is van het concern
alleen nog de winkel in de parkeergarage over)